Welkom op mijn blog.

Schrijven kriebelt in mijn bloed. Ik doe het dan ook al bijna even lang als lezen.

Op deze blog vind je info over mijn debuutroman "Schotse wolken", die in juni 2013 uitgegeven werd.

Verder schrijf ik om de twee weken een column voor Het Belang van Houthalen-Helchteren, de regionale bijlage van de krant Het Belang van Limburg.

De columns verschijnen vanaf nu ook op mijn blog.

zondag 17 december 2017

Tombola

Ik schrijf deze column aan de vooravond van de verjaardag van Sinterklaas. De kinderen hebben net hun bord gezet, compleet met de nodige attributen. Er ligt op elk bord een suikerklontje en een wortel voor het paard, er staan twee flesjes bier klaar voor de zwarte pieten en een thermos koffie voor Sinterklaas. En op de grond staat een kom met water voor het paard, want in een verhaaltje van Jip en Janneke las onze dochter deze week dat de pieten er wel in slagen om dat water tot bij het paard te krijgen. De dochter ligt intussen vol spanning in bed te woelen, zenuwachtig voor de cadeautjes die er hopelijk morgen zullen zijn. De zoon is er sinds vorig jaar al wat geruster in dat het bord morgenvroeg wel gevuld zal zijn. Maar toch kijkt ook hij uit naar de cadeautjes. Want cadeautjes krijgen, dat vinden we allemaal toch wel leuk. Vandaar wellicht ook het succes van een tombola. Op ongeveer elke gelegenheid waar een vereniging wat centjes wil bijverdienen, wordt er wel een tombola georganiseerd. De prijzen variëren van interessant tot gesponsord tot dat-heb-ik-ook-nog-op-mijn-zolder-liggen-en-zou-ik-wel-kwijt-willen. En toch kopen we massaal lotjes. Want hoewel de prijzen ons niet meteen tot de rijkste Limburger maken, willen we toch wel graag winnen. Wat de prijs dan ook is. 
Zoals de laatste jaren ook al het geval was, kwam eind november de goedheilige man samen met enkele van zijn roetzwarte medewerkers op bezoek in de buurtlokalen van Lillo. Het Sintgebeuren wordt georganiseerd door Zorg voor Lillo, een  ‘team enthousiaste mensen die het sociale leven in de wijk Lillo (Houthalen-Helchteren) belangrijk vinden’, zoals ze het zelf omschrijven. Zorg voor Lillo zorgde ervoor dat het hele gebeuren gratis was voor de kinderen, inclusief een snoepzak met een speelgoedje erin, maar recupereerde de kosten door drank, soep, cake en wafels aan te bieden aan een schappelijke prijs. En door een tombola natuurlijk. Er waren bijna evenveel prijzen als volwassenen, dus ik vermoed dat ongeveer iedereen die lotjes had gekocht, wel met minstens één prijs naar huis ging. Maar de trekking van de tombola was pas voor het eind van de namiddag. Eerst was er een ballonnenclown die de kinderen mocht entertainen tot het hoge bezoek gearriveerd was. Met enkele ‘stoute’ sinterklaasliedjes slaagde hij erin de kinderen helemaal in de stemming te brengen. Toen de clown een pluim gezien had die wel eens van een piet zijn muts kon zijn, zaten alle kinderen op het puntje van hun stoel. Er werden liedjes gezongen en ieder kind mocht een gesprekje voeren met de Sint en een zakje afhalen bij de pieten. En toen zowel de Sint als de clown weer weg waren, was het de beurt aan de cadeautjes voor de ‘grote mensen’. Braaf zijn was in dit geval niet nodig. Het juiste lotje kopen wel. De hoofdprijs was een nieuwe Nokia 3310, maar in afwachting daarvan werden talloze zakjes met een nogal mysterieuze inhoud uitgeloot. Niemand ging naar huis als rijkste Limburger, maar de kinderen hebben volop van de namiddag genoten.

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 8/12/2017.

donderdag 30 november 2017

Donkere avond

Zondagavond werd het sinterklaasliedje Zie de maan schijnt door de bomen wel erg actueel in Helchteren. Het bezoek van de Sint aan Ter Dolen kreeg dit jaar namelijk een donker einde, met enkel maneschijn als verlichting. Na een drukke week in het kasteel, waar hij heel wat kinderen ontving samen met zijn pieten, viel zondagavond net voor het einde van zijn ‘bezoekuur’ de elektriciteit uit in een groot deel van Helchteren. Een brand in een elektriciteitscabine was de oorzaak. Niet alleen de Sint, maar heel wat straten in Helchteren kwamen zonder elektriciteit te zitten. Zo werd er ook een drukke eetdag in feestzaal ‘De Roepsteen’ verstoord. Zelf heb ik er niets van gemerkt, omdat ik op dat moment niet in de buurt van de donkerte was. Maar ik herinner me dat er een aantal jaren geleden ook bij ons een grote stroomuitval was. Wanneer het precies was, weet ik niet meer. Wat ik aan het doen was, weet ik nog wel: de afwas. Ik was blij dat we in ieder geval al klaar waren met eten, maar de afwas doen bij kaarslicht is ook niet meteen evident. Kaarsen zijn wel gezellig en romantisch, maar vooral als je weet dat je ook nog ergens een lamp kan aansteken als het nodig is. Een beetje griezelig is het toch ook wel. Want als alleen bij je thuis de elektriciteit uitvalt, heb je nog de schijn van de straatlampen buiten. Maar als een hele wijk of meer zonder stroom komt, dan is het echt donker. Pikdonker. Zo zwart als de nacht, zouden ze in een thriller schrijven. Met een beetje geluk met nog een straaltje maneschijn. Als je zo eens een half uurtje zonder elektriciteit zit, weet je weer hoe afhankelijk je ervan bent. Ongelooflijk dat mensen eeuwenlang overleefden zonder enige vorm van stroomvoorziening. Geen licht, geen verwarming, om nog maar te zwijgen van alle luxeartikelen die ons leven tegenwoordig gemakkelijker en/of aangenamer maken. Je kan zelf zingen wanneer de radio het niet meer doet, maar geloof me, in mijn geval is dat niet echt een optie. Tv-kijken mis ik niet zo meteen, maar een boek lezen of een spelletje spelen gaat toch ook wel beter als je het niet bij het licht van een zaklamp of kaars moet doen. Ik was dus destijds heel erg blij toen alles hier in huis begon te piepen en te klikken en zo weer tot leven kwam. Dat half uur leek wel uren geduurd te hebben.
De Sint is al zo oud dat hij de tijden zonder elektriciteit ook nog wel heeft meegemaakt en zijn pieten, die zijn de donkere schoorstenen gewoon. Zij zullen hun mannetje dus wel gestaan hebben zondagavond. Maar op de eetdag zullen ze toch heel gelukkig geweest zijn toen de elektriciteit het weer deed. Ik kan me voorstellen dat een minuut in zo’n geval geen 60, maar 600 seconden lijkt te tellen.

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 24/10/2017.

Gevaar in het bos

Niets zo gezond en relaxerend als een heerlijke boswandeling in de herfst. Iedereen trekt in de herfst wel eens het bos in, vermoed ik, om te genieten van die heerlijke kleurenpracht in de bomen en het geluid van de knisperende, bruine bladeren onder je voeten. Even ontspannend als een bezoekje aan de wellness en een pak goedkoper. Maar als we de media moeten geloven (en onze eigen ogen tegenwoordig ook), zou de ontspannende wandeling ook wel eens een zeer avontuurlijke en zelfs gevaarlijke wandeling kunnen worden. Geen halloweenspoken nodig om je angst aan te jagen in het bos. Zoals we al veel langer weten, neemt de populatie aan everzwijnen op ongeziene wijze toe in onze regio. Op de grens van Zolder en Houthalen zie je al jaren sporen in het bos van omgewoelde aarde. Maar op dit moment hoef je maar in de voortuinen en naast de straten te kijken om de sporen te zien. De wilde varkens hebben hun terrein al van het bos naar de aangrenzende straten verlegd. Toen ik als kind ging wandelen in het Wild- en wandelpark Molenheide, grapten de volwassenen wel eens dat er een everzwijn ontsnapt was, als ze iets hoorden ritselen in de struiken. En de minder dapperen onder ons trokken al bleek weg bij het idee alleen. Maar de grapjes van toen zijn intussen meer dan realiteit. Vorige week nog schoten jagers in Hechtel-Eksel maar liefst 56 dieren dood tijdens één enkele klopjacht. En dat er nog een heleboel meer in onze contreien rondwaren, dat lijdt geen twijfel.
Maar niet alleen de wilde varkens zorgen voor gevaar in het bos. Het gevaar schuilt in een nog veel kleiner hoekje. De herfst is ook de periode waarin de paddenstoelen – jawel – als paddenstoelen uit de grond schieten. En heel wat mensen vinden het wel leuk om die paddenstoelen te plukken en daarna ook op te eten. Ik heb het nooit zo begrepen gehad op het eten van dingen waarvan ik niet zeker ben of ze wel eetbaar zijn. Sinds ik echter een thriller van Anja Feliers gelezen heb waarin een wraakzuchtige dame een man vergiftigt met een paddenstoelensoort die sprekend op de champignon lijkt, waag ik het zeker niet meer. Maar niet iedereen schijnt zo voorzichtig te zijn als ik, zeker nu het dit jaar een topjaar voor paddenstoelen blijkt te zijn: het beste jaar sinds 1976, volgens een paddenstoeldeskundige in deze krant. Omdat je ongeveer een half leven nodig hebt om het onderscheid tussen al die verschillende kabouterhuisjes te leren kennen (en zeker om te weten welke je mag opeten), is er zelfs beslist om boetes uit te schrijven voor wie de regels toch aan zijn laars lapt. Paddenstoelen plukken kan je duur te staan komen, met boetes van 100 tot zelfs 50 000 euro. Best toch maar een bakje zeker eetbare champignons in de supermarkt kopen dus…

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 10/10/2017.


maandag 30 oktober 2017

Griezelen

Zo’n twintig jaar geleden ging ik met mijn jaargenoten van het vijfde jaar secundair op schooltrip naar Londen. Tijdens de herfstvakantie. En we waren in Londen op 31 oktober. Ik herinner me dat grote delen van Londen baadden in een echte halloweensfeer: heksen, spoken, griezels, pompoenen en meer van dat leuks. Voor ons was het een heel nieuw gegeven: wij hoorden voor het eerst van dit angelsaksische feest, dat bij ons nog een nobele onbekende was.
Nu is Halloween ook bij ons niet meer weg te denken. Net zoals heel wat andere feesten hebben mensen met een neus voor zaken de hele pompoenen- en griezelhandel gruwelijk gecommercialiseerd. Maar wie laat er zich niet door meeslepen? Ook aan mijn voordeur liggen pompoenen. En de dochter kreeg vorige week nog een nieuw heksenkleedje. Niet alleen de winkels buiten het hele gegeven uit, ook de halloweentochten schieten als paddenstoelen uit de grond. Het begon vorig weekend al met een halloweentocht in de wijk De Hutte in Houthalen-Oost en in de herfstvakantie kan je tweemaal in Helchteren terecht voor een tocht: eenmaal in vakantiepark Molenheide en eenmaal in het Wild- en wandelpark bij Molenheide, met een heuse afterparty erbij in de boskantine. En wellicht heb ik nog wel een aantal tochten over het hoofd gezien.

Niet alleen onze gemeente is trouwens halloweenminded. Scroll maar eens door je Facebook en je zal de ene na de andere tocht tegenkomen. Ook de lagere school  bij ons organiseerde wel eens een halloweentocht, in de tijd dat er nog iets minder tochten in de aanbieding waren dan nu. Dit jaar kozen ze voor een halloween-knutselavond, die vorige week vrijdag al plaatsvond. Als tiener zullen ze er wellicht niet meer zo voor staan te springen, maar nu vinden onze kinderen het nog geweldig om op een vrijdagavond naar school te gaan. En ze waren blijkbaar niet alleen: er was heel wat meer volk dan ik verwacht had – een hele mediazaal vol - en de leden van de ouderraad hadden voor leuke knutselactiviteiten gezorgd. De kinderen stortten zich op de verschillende activiteiten en gingen na een dik uur naar huis met een eierdoosspin, een plastic-beker-spookje, een halloweenhoedje, een monstertje, … en met een paar lekkere wafeltjes achter de kiezen (met dank aan de bakjuf van dienst). Het was een geslaagde avond en de kinderen zijn nu voorzien van de nodige accessoires om de komende week deel te nemen aan een van de halloweentochten.

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 27/10/2017.

zondag 22 oktober 2017

Lopen geblazen

Het is al eeuwen geleden dat ik het zelf nog gedaan heb. Lang geleden, toen we op school tijdens de LO-les gedwongen werden tot afbeulende taken als beep- en coopertest, waagde ik me er zelfs na de uren nog aan. Dan ging ik met mijn nicht joggen, een rondje rond de blok, of twee. De laatste keer dat ik nog eens deftig gejogd heb, is intussen al bijna twintig jaar geleden, denk ik. Ik kwam geradbraakt terug van een toertje joggen en besliste toen dat lopen niet mijn ding is. Wandelen wel, fietsen nog meer. En ik heb de indruk dat beide sneller vooruitgaan dan joggen. Maar intussen ben ik al zo oud dat ik de ‘loopfakkel’ kan doorgeven aan mijn kinderen.
Eind september worden overal te lande veldlopen georganiseerd voor de leerlingen van de basisscholen en vaak zelfs nog voor de eerste graad van de secundaire scholen. Ook door de sportdienst van Houthalen-Helchteren wordt een grote veldloop georganiseerd aan De Plas, waar de leerlingen van de basisscholen hun looptalent kunnen tonen. En de snelste kinderen staan op de gemeentelijke website te schitteren met hun welverdiende medaille. De laatste donderdag van september moesten ook onze kinderen hun beste beentje voorzetten tijdens de veldloop van Lillo’s Klavertje. Om de competitiedruk wat te verkleinen en er een gezellig schoolevenement van te maken, neemt de school niet deel aan de gemeentelijke veldloop. In de plaats herdopen ze het  graspleintje tot piste en de jongens en meisjes van de verschillende klassen mogen om beurt hun looptalent tonen. De leerkrachten lopen ook mee en nemen de leerlingen op sleeptouw van wie de energie opgebruikt is voor de rondjes uitgelopen zijn.

Een week vooraf keken onze kinderen al uit naar het geplande evenement. Toevallig was ik dit jaar vrij op de dag van de veldloop en ik werd dus uitdrukkelijk aangemoedigd door de kinderen om voor hen te komen supporteren. Ze waren me net te snel af, want om mijn dochter te zien lopen, was ik al te laat. Maar voor mijn petekind en mijn zoon heb ik extra hard gesupporterd. En de zoon, die liep voor zijn leven. Hij is toch wel een klein beetje competitief ingesteld (dat heeft hij wellicht van geen vreemden). Hij liep en liep en eindigde uitgeput maar uitermate tevreden op een vierde plaats (van de jongens van zijn jaar, welteverstaan). Maar als niet zo sportieve mama was ik toch apetrots op zijn prestatie. Even later kwam de dochter, die na haar sportieve inspanning door de juf al getrakteerd was op een koek en een flesje water, en ook zij kwam blinkend van trots vertellen dat zij op de zevende plaats eindigde. En mama blonk fier mee. Temeer omdat ik mijn kuiten al voelde branden in hun plaats. En omdat ik me, wellicht terecht, afvroeg of ik de rondjes nog zou kunnen lopen zonder even adempauze te nemen. Ik vrees ervoor…

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 13 oktober 2017.

maandag 2 oktober 2017

Vliegend de herfst in

Het was twaalf jaar, een maand en twee dagen geleden dat ik er nog geweest was. Dat ik het nog zo precies weet, komt omdat toen onze trouwdag was. En we gingen daar onze trouwfoto’s maken. Het was de eerste en tot dan toe ook de laatste keer dat ik daar geweest was. Niet omdat ik er niet wou komen, maar veel heb je daar meestal niet te zoeken, tenzij je bij DOVO werkt en af en toe een onbestemd springtuig moet opblazen. Of als je een modelvliegtuig bestuurt, want ‘daar’, dat is het militaire domein in Sonnis, meer bepaald de terreinen van de Pampa Modelfighters (PMF), oftewel de modelvliegclub die daar middenin het militaire domein gevestigd is.
Elk jaar organiseren ze een dagje ‘knuffelvliegen’. Kinderen mogen dan met hun favoriete (of net iets minder favoriete als ze bang zijn dat het vliegtuigje zal neerstorten) knuffel naar het terrein komen en hun knuffel laten meevliegen met één van de modelvliegtuigen. Dit jaar waren de knuffels en hun eigenaars welkom op de laatste zondag van september, die zich na een verder erg kille maand toch nog ontpopte als een mooie najaarsdag. Wij besloten een drietal activiteiten te combineren om deze heerlijke zondagnamiddag te vullen: een fietstocht, een bezoek aan PMF en een ijsje eten bij Sonnisheide. De kinderen kregen de opdracht een knuffel te kiezen die de eer kreeg om een luchtdoop te ondergaan. Dochterlief had er snel eentje gekozen, maar de zoon vond het al niet meer stoer genoeg om met een knuffel rond te fietsen (of geloofde niet erg in de veiligheid van de modelfighters) en nam er dus geen mee. Nichtje ging ook mee en nam haar allerliefste lievelingsknuffel mee. Na ongeveer driekwart uur fietsen sloegen we de betonbaan richting PMF in, de oranje straaljager die de weg moest aangeven, volgend. Maar de betonbaan bleek lang, heel lang, immens lang. We bleven maar trappen op die eindeloze betonbaan, die dan ineens toch een bocht richting tent maakte, maar ook dan bleef het nog even trappen eer we ons doel bereikten.

Het nichtje was toch wat te bezorgd om haar lievelingsknuffel met zo’n gevaarlijk vliegtuig mee te sturen, maar onze dochter draaide er haar hand niet voor om. Haar knuffel werd  met een vijftiental andere knuffels in het grootste vliegtuig gepropt (zoals bij de lowcostmaatschappijen werden alle plaatsen benut) en beleefde de tijd van zijn leven. Hij vond het fantastisch, aldus mijn dochter. Achteraf beloonden we onszelf met een heerlijk ijsje voor het flinke fietsen, voor we de tocht terug naar huis aanvatten. Het was wellicht voor ons het laatste ijsje van dit jaar bij hoeve Sonnisheide, we hebben er dus extra van genoten…

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 29 september 2017.

Gewijd begin

Het begint zo stilaan traditie te worden: de laatste jaren starten wij ons schooljaar met de dieren-, tractoren- en nu ook boekentassenwijding in Sonnis, Helchteren. De eerste zondag van september begeven we ons rond 9u richting Sonnis om plaats te nemen achter de hekken. Dit jaar stonden we recht tegenover het podiumpje, waarop zoals gewoonlijk de pastoor plaatsnam om kwistig met de kwispel (dat woordje heb ik even moeten opzoeken, geef ik toe) alle dieren, mensen en voertuigen te zegenen. En dit jaar mochten ook de boekentassen de pastoor passeren, hoewel die mij toch in de minderheid leken. De kinderen vertrouwen ook zonder boekentassenwijding wel op goede schoolresultaten, vermoed ik, of ze vinden het belangrijker dat hun fiets, go-cart of tractortje vlotjes bolt.
Nadat de kinderen met wijwater besprenkeld waren, was het de beurt aan de dieren. Honden, paarden, schapen, allemaal met een hoog schattigheidsgehalte. Maar toen het groot geschut naderde, keken onze kinderen helemaal hun ogen uit. Want die reuzegrote tractoren, die werkbeesten voor op het veld, zijn toch wel heel imposant als ze met hun manhoge wielen op nauwelijks een meter afstand langsrijden.

Ook stilaan traditie is het dat we na de wijding doorrijden naar Kelchterhoef, waar de eerste zondag van september ook al jaren Kelchteren Kermis georganiseerd wordt. Wat struinen over de rommelmarkt, een terrasje doen, iets kopen wat je eigenlijk niet nodig hebt… het hoort er allemaal bij. Maar dit jaar hadden we duidelijk ons huiswerk niet goed gemaakt. Aanvankelijk dachten we nog dat de standhouders van de rommelmarkt wel aan de erg late kant waren, toen we de eerste marktkramers nog zagen uitpakken. Maar toen we na enkele honderden meters aan Hoeve Jan arriveerden en nog niet veel volle dekentjes en tafels waren tegengekomen, leek er toch wat anders te schorren. Na een snelle blik op de website van de gemeente kwamen we tot de bevinding dat Kelchteren Kermis dit jaar pas om 13u begon. We namen dan maar de zware taak op ons om in een heerlijk najaarszonnetje eerst even een kopje koffie te drinken op het terras. En na die koffie waren intussen de meeste kramen wel uitgepakt en geïnstalleerd. We slenterden dus dezelfde weg terug richting De Plas en kregen zo toch nog wat ‘rommel’ te zien. En de kinderen wisten ons natuurlijk te overtuigen om een boek en een gezelschapsspelletje aan te schaffen. Want lezen is toch belangrijk, he mama, en een spelletje spelen is toch beter dan tv kijken, he papa. En zo werd de markt wat rommel armer en ons huis wat rommel rijker…

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 15 september 2017.

Visjes vangen

Het nieuwe schooljaar is weer gestart. Die heerlijk lange zomervakantie, die eind juni nog eindeloos leek, is afgelopen. Begin deze week konden heel wat kleuters en kinderen uit onze gemeente al eens gaan kennismaken met hun nieuwe juf of meester en hun nieuwe klas gaan bezichtigen. Vandaag hebben ze dan echt hun intrek genomen in dat nieuwe lokaal en was het een blij weerzien met de vriendjes, die ze deze vakantie gemist hebben.

Maar tijdens de vakantie was er tijd voor andere dingen dan rekenen, lezen en andere hersenkrakende  bezigheden. Op vakantie in Nederland zag mijn zoon hoe twee jongens vis na vis bovenhaalden in een jachthaventje en hij besloot dat hij dat ook wel eens wou proberen deze zomer. Aangezien papa evenveel weet van de hengelsport als van de plaatselijke politiek in Chakamaka, moest hij dus op zoek naar een andere vismentor. Die was snel gevonden, aangezien opa vroeger regelmatig wel eens een visvijver bezocht. Het visgerief was al een twintigtal jaren niet meer gebruikt, maar stond geduldig in de kelder te wachten tot het nog eens benut zou worden. De voorlaatste donderdag van de vakantie was het dan zo ver. In de namiddag maakte opa het visgerief weer operationeel, werden er wormen verzameld en rubberlaarzen ingeladen. Omdat je aan heel veel visvijvers een visvergunning nodig hebt en omdat niet meteen duidelijk was of die wel rendabel zou zijn (misschien was na één keertje vissen de zin alweer helemaal over), gingen oma en opa op zoek naar een vijver waar ze vrij konden vissen. Die vonden ze aan de Abdijvijver van Kelchterhoef. Heel veel plaats was er niet, maar het was er rustig, er zaten vissen in en de vissen beten. Meer was er niet nodig voor een initiatieles hengelsport. Opa en kleinzoon trokken dus op die bewuste donderdagavond naar de Abdijvijver, installeerden zich aan de waterrand en gooiden de hengel uit. Dat bleek voor de kleinzoon heel wat moeilijker dan gedacht. Visdraad bleek erg dun en knopen erin waren quasi onontwarbaar. Maar de wormpjes raakten in het water en de vissen beten. Hun visavondje leverde zeven visjes op (opa zes, kleinzoon eentje, waar hij erg trots op was). Het waren geen uit de kluiten gewassen karpers die aan de hengel hingen, maar bescheiden visjes van nauwelijks een hand groot. Onze zoon vertelde zijn verhaal echter als een echte visser toen hij aan papa verslag deed over zijn visavontuur: hij had vissen van wel dertig centimeter gevangen! Na twee uurtjes vissen raakte de visdraad echt niet meer uit de knoop na enkele niet zo schitterende werpbeurten en werd het visuitstapje voor bekeken gehouden. En de gevangen visjes werden teruggegooid, die konden weer vrij gaan zwemmen tot de volgende vishaak voorbij zou komen.

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 1 september 2017.

vrijdag 25 augustus 2017

Een zondag met een geurtje

Op zondagmorgen ga ik graag naar de bakker. En liefst zo vroeg mogelijk. Wanneer de bakker nog maar net zijn deuren heeft geopend. Wanneer de bedwelmende geur van versgebakken brood, pistolets en koffiekoeken zich een weg baant naar de buitenkant van de bakkerij. Gelukkig ben ik een ochtendmens en mijn mama is dat ook, dus op zondagmorgen carpoolen wij meestal naar de bakker in Helchteren. Zo ook op deze zondag, ongeveer midden in de zomervakantie. Hoewel bij de bakker zelf meestal al heel wat gelijkgestemde zielen staan aan te schuiven voor wat lekkers, is het op de weg vaak nog erg rustig. En dat is soms ook wel een nadeel, want zo kan je al eens een verrassing tegenkomen onderweg. Zo ook deze zondag. Toen de auto aan de klim aan de Ramp begon, verscheen voor ons ineens een natte strook van zo’n vijftig meter lang. Het had de dag ervoor wel geregend, maar het zag er meteen uit als een vreemde strook. Het was niet meteen duidelijk waarom er water was blijven staan op een helling (wat toch enigszins vreemd is als je de wet van de zwaartekracht in acht neemt). Na een luttele seconde verwondering over het water op de weg, waren we al zo dicht genaderd dat we konden waarnemen dat het niet om water ging, maar om de een of andere dikke brij, een echte smurrie. Het leek wel alsof de asfalt gesmolten was. Helaas reed de auto sneller dan dat wij konden redeneren en zaten we vrijwel meteen middenin de smurrie, die we vrolijk hoorden opspatten tegen de zijkanten van de auto. Een gevoel van drama overviel ons. Lichtelijke hilariteit om het onvermijdelijke, maar toch ook onrust om wat die vieze smurrie dan wel mocht zijn. Een doembeeld van kleverige en niet te verwijderen plakboel daagde voor ons geestesoog op. Gelukkig werd onze nieuwsgierigheid niet lang op de proef gesteld. Stalen nemen van het goedje was niet nodig, we wisten meteen, zonder enig laboratorisch onderzoek, wat de smurrie was geweest toen we de deuren van de auto openden. Niet de heerlijke geur van broodjes, maar die van een gigantische stal (koeien, varkens, wie zal het zeggen?) kwam ons tegemoet. De auto was letterlijk gedrenkt in drek. Voorzichtig, om het goedje niet ook op onze zondagse kleren te krijgen, stapten we uit de auto en haalden onze lekkere koffiekoeken. Om dan weer in de stinkende auto te stappen (de geur was intussen ook naar de binnenkant van de auto getrokken) en rechtstreeks naar de carwash bij ons in Lillo te rijden (die gelukkig ongeveer altijd geopend is). Met wat water, zeep en hogedruk raakten we de ergste geur kwijt. Hoewel er nog steeds een kwalijk geurtje van de onderkant van de auto leek te komen. En na een tweetal minuten arriveerde ook het volgende slachtoffer aan de carwash. Ik vermoed dat daar veel volk over de vloer is geweest die zondagmorgen. Bij thuiskomst vroeg ik me dan af wat nu mijn goede burgerplicht was. Moest ik de brandweer hiervan verwittigen? Ik vroeg advies aan mijn goede vriend Google, maar die wist het ook niet. Hij gaf me wel het telefoonnummer van de brandweer  van Genk. Dat besloot ik dan maar te bellen. Een vriendelijke stem liet me weten dat de kantoren (uiteraard) op zondag gesloten waren en dat je voor dringende gevallen naar 112 kon bellen. Maar na het bekijken van enkele afleveringen van De noodcentrale, leek me dat toch weer een tikkeltje overdreven. Ik liet het dus maar zo. En de smurrie, die zal intussen wel weggeregend zijn…

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 18 augustus 2017.

Komkommertijd

Komkommertijd is volgens Wikipedia de periode in de zomer waarin er weinig nieuws te melden is, omdat de meeste politici dan met vakantie zijn. Weinig tijd voor politieke discussies dus en dus ook weinig veranderingen. Hoewel het dan in deze periode wellicht wel ongeveer komkommertijd is – als politici tenminste vakantie nemen wanneer ook kinderen en o.a. bouwvakkers vakantie nemen – werd na heel wat gepalaver vorige week toch de begroting goedgekeurd. De politieke komkommertijd moet dus blijkbaar nog beginnen. Maar goed, de politiek daargelaten, ook in mijn leven is het momenteel zo’n beetje komkommertijd. Met de vakantie is er weinig te melden en daar ben ik niet rouwig om. Heerlijk, zo onbekommerd je tijd doorbrengen. Leven van dag tot dag i.p.v. constant plannen. Geen voetbal of dansles waar de kinderen naartoe moeten, maar gewoon, als de zon schijnt, beslissen om naar de Sonnishoeve te fietsen om daar een ijsje te gaan likken, gewoon buiten op het terras een boek lezen (of vloeken omdat mijn was in de regen hangt na een namiddagje shoppen). Ook letterlijk is het momenteel komkommertijd. Mijn groene vingers beperken zich tot een aantal kruidenpotjes op het terras (kruiden die intussen ook al de geest gegeven hebben), maar uit de tuin van mijn schoonouders komen in de zomer altijd zonovergoten tomaten en komkommers in overvloed. Alleen al de smaak van zelfgekweekte tomaten doet me aan de zomer denken. Maar ik moet zeggen dat de planten mij soms toch nog verrassen. Sommige planten trekken zich niets aan van mijn gebrekkige groene vingers en zorgen zelf dat ze krijgen wat ze moeten hebben. En nee, dan heb ik het niet over onkruid. Op onze composthoop begon dit voorjaar een plantje te schieten. Volledig begaafd met kennis over plantenkunde, dachten mijn man en ik dat het onkruid was dat onze composthoop kwam sieren. Maar de plant werd groter en groter en kreeg bladeren die deden vermoeden dat dit meer dan onkruid was. Toen de plant ongeveer een vierkante meter in beslag nam (de hele zijkant van onze compostbak dus) en gele bloemen begon te krijgen, kreeg ik een donkergroen vermoeden dat het misschien wel om een pompoenplant ging. En jawel hoor, intussen hangen er pompoenachtige vruchten aan die toch al de grootte hebben van een stevige pompelmoes. Het zijn sierpompoenen, die wellicht voortkomen uit de restanten van de sierpompoenen die hier afgelopen herfst aan de voordeur lagen te blinken. Zo zie je maar: als ik de plantjes zaai of plant, water geef en al wat er nog nodig is om een plant te laten groeien, dan gaan ze dood. Maar deze plant zocht zelf wat ze nodig had: een hele berg compost. En in de herfst kan ik een heleboel pompoenen rond mijn huis tentoonstellen.

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 4 augustus 2017.

Bivakpost

Zelf waren mijn man en ik ooit, in een lang vervlogen verleden, chiroleiding. Intussen zijn onze eigen kinderen al zo groot dat ze zelf mee op chirokamp zouden kunnen gaan, of een kamp van een andere jeugdbeweging, zoals dat van de ksa, waar mijn dochter afgelopen schooljaar lid van was. Maar voorlopig hebben ze enkel interesse in een kamp waarbij de slaapgelegenheid hotel mama is. Mijn dochter deed dus deze vakantie al een boerderijkamp waarbij ze elke avond netjes thuis kwam slapen en zoonlief ging naar de Techniek- en Wetenschapsacademie aan Greenville in Houthalen en overnachtte ook elke nacht in zijn eigen bedstee. Maar ook vrienden en bij uitbreiding neven en nichten hebben intussen kinderen die op ‘kampgerechtigde’ leeftijd zijn gekomen. Vorige week kreeg ik van enkele mama’s een vriendelijke oproep om hun zoon of dochter ‘bivakpost’ te bezorgen. Ik herinner me nog goed hoe fijn het vroeger was om een brief of kaart in ontvangst te nemen als je ergens ver (of misschien zelfs niet zo ver) van huis was. En ook in deze digitale tijden waarin we vooral communiceren via sms of e-mail, blijkt de papieren brief op kamp nog steeds populair. Ik zie al voor me hoe de kinderen reikhalzend uitkijken wanneer de leiders of leidsters eraan komen met een stapel brieven en kaarten in de hand, hoe ze staan te popelen om ook een envelopje in ontvangst te nemen. En daarom besloot ik dus zonder dralen bivakpost te schrijven voor een viertal kinderen. Daar zat ik dan, met pen en papier in de aanslag, maar zonder veel inspiratie. Want wat schrijf je zoal naar een zeven- of negenjarige die je wel kent, maar met wie je zelden diepgaande gesprekken voert? Ik besloot dat de generatiekloof tussen mijn kinderen en de kinderen van vrienden en familie veel minder groot is en zette hen dus aan het werk. Opdracht: schrijf een briefje naar die en die. Mijn zoon nam de taak heel ernstig, hij had duidelijk dit jaar op school al wel eens een zakelijke brief moeten schrijven en volgde dus ook voor zijn vriendjes de opgelegde lay-out. Zijn inspiratie ging echter net zo min veel verder dan ‘veel plezier op bivak en nog een fijne vakantie’, dus tipte ik hem dat het misschien wel leuk was om de brief te eindigen met een mopje. Zo gezegd, zo gedaan. De dochter begon eveneens erg gemotiveerd aan haar opdracht, maar het schrijven werd al snel ingeruild voor tekenen. Dan voegde ik zelf toch ook nog maar een kort briefje toe, uit naam van ons gezin. Veel verder dan ‘we wensen je een fijn bivak’ raakte ik niet, maar ik voegde dan maar een spelletje toe (zoek de x fouten), wellicht veel interessanter dan ellenlange zinnen lezen…

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 20 juli 2017.

Bewegen, bewegen

Het begint al in het voorjaar. Wanneer de eerste zonnestralen komen piepen, wanneer het eerste citroenvlindertje voorbijvliegt, wanneer we voor het eerst buiten in T-shirt kunnen rondlopen, dan willen we graag iets aan onze lijn doen. In de winter kunnen we dat extra laagje vet nog verantwoorden (de feestdagen, he), maar in de lente willen we toch graag dat er niet te veel overtolligs meer te zien is. In de lente moeten we echter ook nog hard werken en dan gaat het meestal niet veel verder dan een stukje vlaai weigeren of een pralientje minder eten. Als die grote vakantie dan aanbreekt en de strandvakantie wel heel erg dichtbij komt, denkt iedereen aan ramptaferelen in bikini op het strand. En hoewel in bikini op het strand liggen niet meteen mijn idee van vakantie is, wil ik toch ook graag toonbare benen die onder mijn rokje of short uitkomen. En zo zijn er, denk ik, velen met mij. De laatste week zag ik al heel wat joggers voorbijkomen. Je hebt natuurlijk de die-hards die zowel in de winterse vrieskou als in de zomerse verzengende hitte zichzelf afbeulen, maar de laatste week zag ik heel wat gelegenheidsjoggers. Mensen zoals ik die met de start van de zomervakantie zichzelf met het goede voornemen belast hebben om eindelijk eens iets aan die conditie te gaan doen. Als ik die joggers voorbij zie komen, overweeg ik toch altijd even om ook de loopschoenen aan te trekken. Maar joggen heb ik jaren geleden al opgegeven. Het is niet zo mijn ding. Ik heb altijd het gevoel dat ik al wandelend sneller vooruitkom dan al lopend. Daarom spring ik dezer dagen zo veel mogelijk op mijn fiets. Dat beweegt ook en gaat heel wat sneller vooruit. En zo kom je nog eens ergens. Als het op het terrasje van een ijssalon is, is dat natuurlijk weer minder interessant voor de lijn, maar voor spartaans afzien is wat mij betreft de zomer ook niet gemaakt. De fietstochtjes wissel ik af met af en toe een fikse wandeling. Bijvoorbeeld bij ons in het bos. Gelegenheid genoeg in onze gemeente om in een bos te wandelen. Heerlijk rustgevend. Tenminste als er geen everzwijn achter je aankomt. Deze week nog las ik in de krant dat een vrouw (die überhaupt was gaan joggen, maar nog niet snel genoeg bleek) werd aangevallen door een wild varken. Ze probeerde weg te lopen, maar werd koudweg onderuitgehaald door het agressieve beest. Afgelopen weekend zag ik zelf nog een moedervarken met drie of vier jongen lopen, midden op de dag, netjes naast de weg in Koersel Kapelleke. Het weekend ervoor hoorde ik van twee andere mensen dat ze daar varkens gezien hadden: de ene moest een moedervarken met zeven jongen de weg laten oversteken, de andere zag er eentje uit het bos komen en weer terugkeren. Dat de everzwijnen ook hier in het bos zitten, lijdt geen twijfel. Enkele jaren geleden zag ik er al enkele de weg oversteken in Lillo, het bos vertoont heel veel ‘wroetsporen’ en ook mijn buurman kwam op zijn ochtendlijke boswandeling al meermaals varkens tegen. Aan die conditie werken is dus misschien toch geen overbodige luxe, zodat we snel genoeg kunnen lopen als er een wild varken achter ons aankomt.

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 7 juli 2017.

Junigevoel

Met de hitte waarin ik deze column schrijf, zou ik eigenlijk niet over een juni-, maar over een juligevoel moeten schrijven. Het is echter wel degelijk nog steeds juni en de grote vakantie is dus nog niet aangebroken. Het junigevoel is wat mij betreft het gevoel dat die grote vakantie nu toch wel erg dichtbij komt. Het wordt wat warmer, de zon klopt overuren en het blijft zalig lang licht (zelfs langer dan in de grote vakantie). In de lagere school lijkt alles zo’n beetje uit te bollen, terwijl de leerlingen en studenten in het secundair en hoger onderwijs nog even door de zure appel van de examens heen moeten bijten. Geen vrolijke bezigheid in deze zomerse hitte, examens maken. En studeren evenmin.
En bij juni hoort in de lagere school ook het verplichte nummer van het schoolfeest. Op de tweede zaterdag van juni was het zo ver in de school van mijn kinderen. Al weken vooraf werden de kinderen enthousiast gemaakt met filmpjes van ‘Smos’, die de ‘security’ tijdens het schoolfeest zou garanderen. In de filmpjes gaf hij de leerlingen telkens een opdracht. Dat ‘Smos’ eigenlijk de turnleraar was met een zwarte pruik, veel acteertalent en een ‘vies goed’ accent, kon de leerlingen weinig schelen. De filmpjes waren hilarisch (dat vond mama ook) en de leerlingen stonden te popelen om de opdrachten te vervullen. Zo werden onder andere heel wat ‘rosse centjes’ ingezameld voor adoptiekindje Ricardo. Op het schoolfeest zelf was de Smos ook aanwezig om zijn bevindingen i.v.m. de veiligheid van de school aan het grote publiek mee te delen. Na de dansjes stortten de kinderen zich op de Vlaamse kermis, terwijl de grote mensen zich in de rij zetten voor een frietje. Enkele leden van het schoolbestuur werkten zich, samen met de juffen, uit de naad om de immense rij wachtenden van een frietje te voorzien. En na het schoolfeest volgde opnieuw een drukke week, want op maandag vertrok mijn zoon op openluchtklassen voor drie dagen. Een nieuw initiatief van de school en met open armen onthaald door de leerlingen. Woensdagavond kwamen ze moe, maar voldaan weer thuis en na een dagje rust volgde een ander verplicht juninummer: de schoolreis.

Maar voor onze kinderen was het feest nog niet afgelopen die week. Papa blaast dit jaar immers 40 kaarsjes uit en dat wilden onze buren niet ongezien voorbij laten gaan. Terwijl wij al naar de feestlocatie vertrokken, bouwden onze buren een hele constructie van bierbakken in onze voortuin. En zo verscheen er een grote 40 voor ons huis. En een rij lege bierbakken en vijf rijen flesjes voor onze poort. Die we dus moesten opruimen voor we weer binnen konden. Maar dat namen we er graag bij. 

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 25 juni 2017.

Entertainment à volonté

Wie afgelopen weekend niet wist wat doen, kon in Houthalen-Helchteren zeker terecht. Want onze gemeente was dit weekend een evenementenplein op zichzelf.
Op vrijdag begon het al met het driedaagse dancefestival Extrema Outdoor aan De Plas. Een line-up van een hele reeks dj’s en andere dancemuziekproduceerders maakte zijn opwachting in de buurt van het anders zo rustige Kelchterhoef. Al wie zijn gehoororgaan wilde prikkelen en de benen, armen en andere lichaamsdelen wilde losgooien, zakte vorig weekend van heinde en verre af naar onze gemeente. Hoewel het festivalterrein op fietsafstand van ons huis ligt, moet ik zeggen dat ik hiervoor toch pas. Ieder zijn smaak, maar het monotone gedreun van elektronische muziek is niet meteen aan mij besteed. Ik hou meer van loeiende gitaren en kletterende drums. Maar goed: smaken verschillen en maar goed ook. In Kelchterhoef mochten ze in ieder geval een massa volk ontvangen op een uitverkocht XO.
Andere spieren konden geprikkeld en/of losgegooid worden op zaterdag tijdens de Pinkstertrofee in Helchteren. Enkele weken na de Trofee Maarten Wynants was er opnieuw koers in Helchteren. Op deze koers mogen niet alleen de profrenners of de elite laten zien wat ze waard zijn, maar is er ook steeds een inwonerskoers, waarbij plaatselijke helden kunnen tonen hoeveel power ze in hun benen hebben (of niet). Altijd wel een leuke koers om naar te kijken, die Pinkstertrofee, maar aangezien wij dit jaar op een bruiloft in het zuidoosten van onze provincie zaten, moest ik ook voor dit evenement verstek laten gaan.

Zoals al jaren en jaren het geval is, is het pinksterweekend ook een kermisweekend in onze provincie. Met een kermis in Houthalen-Oost en in Helchteren was er aan paardenmolens, viskramen, schietbarakken en dergelijke meer geen gebrek. In Houthalen-Oost was ik de week ervoor niet gepasseerd, dus die kermis had ik voor de kinderen nog verborgen kunnen houden, maar die van Helchteren, daar was geen ontkomen aan. Zodra ze de (nog dichte) kermiswagens in Helchteren bespeurd hadden, werden er wilde plannen gesmeed voor een uitgebreid kermisbezoek in het weekend. Zondagavond stonden ze te popelen. We besloten dan maar het noodzakelijke aan het aangename te koppelen en planden een kermisfrietje als avondmaal. Hoewel de rij aan onze gebruikelijke frituur veel langer was dan die aan de kermisfrituur, kozen we toch voor het aanschuiven. Een frietje op het terras van de frituur, met uitzicht op de kermis en een extra vrije dag in het vooruitzicht: wat is er meer nodig om een heerlijk vakantiegevoel te krijgen? 

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 11 juni 2017.

woensdag 7 juni 2017

Prinsesje voor één dag

Vorig jaar kon ik nog meemaken hoe twee van onze buurgezinnen zich weken vooraf druk maakten om de eerste communie van hun kinderen, dit jaar waren wij zelf aan de beurt. Onze kleinste was klaar om haar eerste hostie te ontvangen. Zoals gebruikelijk, denk ik, startten de voorbereidingen ongeveer een half jaar op voorhand met de aankoop van een communiekleedje. Of die aankoop op dat moment al hoogstnoodzakelijk was, durf ik niet beweren, maar vanaf dat moment werden we wel al om de oren gegooid met brochures, folders, kaartjes en andere promotiemiddelen om het feest voor te bereiden. Ik ontving zelfs een glossy tijdschrift met een heuse planner, om te zorgen dat we zeker niet te laat zouden zijn met de aankoop van het communiekleedje, het boeken van een zaal en/of traiteur, een fotoshoot organiseren en andere zaken die blijkbaar onmisbaar zijn voor een communiefeest (en grondig gepland moeten worden). Het leek mij alsof er voor een communiefeest meer planning nodig was dan destijds voor onze bruiloft.
Gelukkig zijn mijn man en ik wel in staat om dit alles met een korreltje zout te nemen. Maar onze meid wou op het feest van haar eerste communie een prinsesje voor een dag zijn en daar hoort natuurlijk een prinsessenkleedje bij, dus dat kleedje hebben we een half jaar geleden dan toch al maar aangeschaft. Zonder een al te strikte planning geraakten ook de andere noodzakelijkheden in orde tegen de grote dag. Onze prinses was al weken vooraf aan het aftellen hoeveel nachtjes ze nog moest slapen voor haar feest. De laatste week bereikte de spanning een hoogtepunt, want met elke dag oefenen in de kerk werd die eerste communie wel heel echt.
Van ouders van andere parochies hoor ik al jaren dat de school zich nog weinig aantrekt van de communie. In de school van mijn kinderen wordt de viering echter nog volledig gedragen door de school, en meer bepaald door de juffen van het eerste leerjaar. Maanden vooraf zijn ze al bezig met knutselideetjes, liedjes kiezen, de viering voorbereiden, … Net zoals enkele jaren geleden bij mijn zoon keken de kinderen reikhalzend uit naar de viering, terwijl de viering op de meeste plaatsen eerder een bijkomstigheid is; het feest en de cadeautjes, dat is waar alles om draait. Maar bij ons mogen de kinderen ongeveer alles zelf doen in de viering: lezen, toneeltjes, zingen, onder het wakend oog van de juffen en de parochieassistente, en onder de begeleiding van een pastoor die er goed de sfeer wist in te brengen. Als alle misvieringen er zo aan toe gingen, zaten de kerken wellicht een heel stuk voller.

Zondag 21 mei was het dan eindelijk zo ver. Onze prinses straalde tijdens de viering, want show en in de belangstelling staan vindt ze stiekem toch wel heel leuk. En de andere kinderen straalden mee. Na een prachtige viering volgde een prachtig feest, dat ze zich hopelijk nog lang zal herinneren.

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 26 mei 2017.

Op kippenjacht

Het begon op woensdagnamiddag. De kinderen van een paar huizen verderop kwamen aanbellen om te vragen of we een kip gezien hadden. Want bij hen was er eentje ontsnapt. Ik vermoedde al dat het me wel zou opgevallen zijn als er een kip door onze achtertuin paradeerde, maar de kinderen trokken in snel tempo een spurtje naar onze kippenren, om te zien of er misschien een onbekende kip het terrein had betreden. Maar onze kippen bleken nog gezellig met hun tweetjes (en het dwergkonijn) in hun ren te verblijven. We moesten de kinderen dus teleurstellen. De dametjes trokken dan maar verder naar de andere buren met dezelfde vraag. Op donderdag en vrijdag wist mijn dochter te vertellen dat de kip nog steeds niet opgedoken was. Maar zaterdagavond keerde het lot dan. Mijn zoon ging met oma mee eieren rapen bij mijn broer, die er een weekendje tussenuit was. En wat bespeurde hij? Een kip die als een kip zonder kop rond de kippenren rende, wellicht in een vruchteloze poging om nieuwe vriendjes te maken met de kippen in de ren. Plichtsbewust als hij is, trok mijn zoon opnieuw een spurtje. Dit keer naar het huis van de vermiste kip, om de meisjes in te lichten dat hun kip terecht was. De grote middelen werden ingezet. Een auto in de inrit, een grote kartonnen doos en buurman en –vrouw om de kip te vangen. De kip had evenwel de vrijheid geproefd en slaagde er zelfs nog in te ontsnappen naar de nabijgelegen parkeerplaats van de lagere school. Maar met vereende krachten wisten ze de kip in het nauw te drijven en uiteindelijk was het oma die erin slaagde de kip te vatten. En zo kwam het dat de vermiste kip na een halve week weer in haar eigen ren belandde.
Dat bleek echter niet het enige loslopende dier die dag in Lillo. Wat later op de dag stond ik bij mijn ouders in de veranda en plots dook er een bruin gevaarte op op straat. Eerst konden mijn hersenen niet echt plaatsen wat ze zagen: was het een hond, was het een pony? Maar het bleek een wild hert te zijn. Blijkbaar is dit het seizoen waarin jonge herten door hun moeder de wijde wereld ingestuurd worden en dan zijn de jonge herten soms even het noorden kwijt. Vroeger zagen we regelmatig herten bij ons, die zich uit het bos en wat dichter bij de huizen hadden gewaagd. Maar de laatste decennia zijn alle bouwplaatsen voor het bos gevuld met huizen, waardoor de herten netjes in het bos blijven. Meestal toch. Dit exemplaar was nu toch even de weg kwijtgeraakt. Gelukkig ontdekte het al snel tussen de huizen één openliggende bouwplaats, waarlangs het weer in het bos verdween. Toch bleek het ook daar nog niet echt op zijn plek, want later op de avond, bij het invallen van de schemering, zag mijn moeder het nog eens langskomen, terug naar waar het vandaan kwam. Wellicht had het gemerkt dat het gras aan de andere kant toch niet groener was…

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 12 mei 2017.


Kinderen baas

Meestal zijn de ouders de baas. En meestal is dat maar goed ook. Maar af en toe mogen ook kinderen eens de baas zijn. Bijvoorbeeld op het Internationaal Kinderfeest in en rond het Casino in Meulenberg. Hoelang dit evenement al in Houthalen-Helchteren georganiseerd wordt, weet ik niet precies. In ieder geval toch al een aantal jaren, want we zijn er ooit met de kinderen geweest toen ze nog maar ongeveer half zo groot waren als nu. Maar intussen hebben ze al de leeftijd dat ze er zonder ouders naartoe kunnen (maar nog steeds wel onder volwassen begeleiding, natuurlijk). Ons dochtertje trok er afgelopen zondag samen met de KSA heen. Stipt om half 2 pikte een bus hen op aan de KSA-lokalen. Geen vervoers- of parkeerproblemen voor de ouders dus. En niet aanschuiven aan attracties of meehelpen met workshops waar je eigenlijk niet zo goed in bent. Die taak namen de leiders en leidsters van de KSA voor hun rekening. Ik vind het heerlijk om mijn kinderen te zien spelen, maar ik kan niet ontkennen dat ik het voor een keertje wel eens leuk vond dat die taak van mij werd overgenomen.
Het Kinderfeest focust elk jaar op een bepaald thema en dit jaar was dat thema ‘feest’. Soms kan het leven toch heerlijk eenvoudig zijn. Want geef nu toe, welk thema past er beter bij een kinderfeest? Alle activiteiten hadden dus in meerdere of mindere mate te maken met dat thema. Er waren klassiekers zoals springkastelen en een reuze twister, maar ook meer uitdagende en minder alledaagse attracties als een levend tafelvoetbalspel, een worstelwedstrijdje in sumopakken of zelfs space bikes waarbij je jezelf in een looping kon fietsen. Mijn dochtertje was danig onder de indruk van die laatste attractie. Maar ze voegde er al heel snel aan toe dat dat toch geen attractie was die zij had willen doen. Overkop gaan met de fiets was vooral iets om naar te kijken, niet iets om zelf te doen. Ik kon haar redenering helemaal volgen. Ik blijf ook liefst met mijn twee voeten (of twee wielen in dit geval) op de grond.

Net voor vijf uur werden de kinderen weer netjes afgeleverd door de bus. En konden de meeste ouders (vooral die van de kleinere kinderen) een mooi geschminkt prinsesje of andere sprookjesfiguur weer mee naar huis nemen. Onze meid, die zich af en toe een echt prinsesje waant, kwam met een roze-paars gezichtje van de bus, compleet met zelfversierde kroon, mét een sluier eraan. En dan kwamen de verhalen. En na het eten en de douche kwam de man met de hamer: het resultaat van een vermoeiende, maar echt súperleuke namiddag. 

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 28 april 2017.

Paaskou

Na een heerlijk weekje Toscaanse zon viel het nogal tegen om weer voet op Belgische bodem te zetten. Want hoewel het thuisfront had laten weten dat het ook in ons landje heerlijk warm was in het middelste weekend van de paasvakantie, was daar niets meer van te merken aan het begin van de tweede vakantieweek. Na een hele week in trui of zelfs short en T-shirt, haalde ik snel mijn winterjas weer uit de kast.
De hoop was gevestigd op het paasweekend, want ook de klokken uit Rome zijn meer zuiderse temperaturen gewoon en hoe koudebestendig de paashaas is, weet ik niet. Maar helaas, voor paaszondag werd er in onheilspellende weerberichten zelfs gewag gemaakt van mogelijke sneeuw. Dat bleek dan al bij al toch nogal mee te vallen. Bij ons konden de klokken en de paashaas in ieder geval hun werk doen zonder nat te worden. Eieren rapen gebeurde wel met winterjas, maar beter dat dan met een regenjas.
Al enkele jaren zorgt de middenstand van Lillo bij Pasen voor kermis. Ons kerkpleintje wordt dan ingepalmd door een aantal kermiskramen. Heel veel moet je je er niet bij voorstellen, want je kan het aantal kramen op één hand tellen, maar toch vinden de kinderen het altijd een hele belevenis om te voet naar de kermis te gaan. Want dat kan echt maar één keer per jaar. En aangezien er nog een paasmenu op het programma stond, besloten we om al onmiddellijk bij de opening van de kermis naar daar te gaan. Volgens ons gemeentelijk infoblad zou dat om 14u al zijn, dus trokken we met de hele familie richting kerkplein rond dat uur. Maar daar kwamen we letterlijk van een koude kermis terug. De kramen waren nog allemaal gesloten en er was nog geen kat te bespeuren. De frietkraamuitbater had zich intussen wel buiten zijn kraam gewaagd en wist ons te vertellen dat de kermis pas om 15u opende. Wij waren duidelijk vreemde, veel te vroege vogels. Het werd dus toch nog eerst het paasmenu en kermis om de avond af te sluiten. En dan op paasmaandag in de namiddag toch ook nog even naar de kermis. Want het is toch maar eenmaal per jaar kermis in Lillo.

En na een koud paasweekend kwam alsnog de voorspelde sneeuw. Dinsdag werd ik onderweg van het werk naar huis getrakteerd op een regenbui vermengd met smeltende sneeuw. Gelukkig zat ik warm en droog in de auto, en waren de klokken alweer teruggekeerd naar Rome…

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 21/04/2017.

Zonnige zondag

U zal het wellicht wel met mij eens zijn: zondag was een zalig zonnige dag. Niet de laatste dag van de week, maar de eerste dag van een heerlijke lenteweek. Zaterdag was de zon ook al van de partij, maar werden we nog geplaagd door een vervelende wind. Zondag ging die echter liggen en was ineens echt de lente van de partij. Dat vind ik veruit de heerlijkste dagen van het jaar. Die eerste lentedagen, waarin je voor de eerste keer je armen mag ontbloten. Wanneer je lange broek bijna te warm lijkt en de moedigen onder ons het na de koude, donkere winter aandurven hun witte benen (#melkflessen) aan de buitenwereld te tonen.
Wij begonnen zondag onze luilekkerdag met een echt lente-ontbijt (dat uiteraard ook had plaatsgevonden als het zondag herfstweer was geweest). Dit ontbijt werd georganiseerd door de basisschool van Lillo, op wandelafstand van ons huis. We kuierden dus zondagochtend om 8u fris en monter met de hele familie richting school, waar een heerlijk uitgebreid ontbijt op ons wachtte. Niet iedereen was blijkbaar zo fris en monter als wij, want het was op dat vroege uur nog redelijk rustig. Dat was wellicht te wijten aan de klok die de nacht ervoor een uurtje vooruit werd gezet. Maar ons kon dat niet tegenhouden. Wij hebben er in ieder geval volop van genoten: de juffen en het oudercomité hadden weer goed hun best gedaan om ons te verwennen.
In de namiddag was het dan fase 2 van ons zondagje genieten. En waarheen kan je beter wandelen bij zulk een prachtig lenteweer dan ergens waar er ijsjes te krijgen zijn? Gelukkig ligt er een Italiaans ijssalon op wandelafstand van ons huis. Dus, met de wandelschoenen aan, gingen we er al voor de tweede keer die dag op uit om iets lekkers te nuttigen. En we waren duidelijk niet de enigen die zin hadden in een ijsje. Alweer waren wij bij de vroege vogels, maar na ons vormde zich een ellenlange rij wachtend om een ijsje te bestellen. Een ijsje dat we verorberden buiten in de prille lentezon. En de dag eindigen deden we nog eens met iets lekkers. Voor de eerste keer dit jaar buiten op het terras, op mijn vuile tuinstoelen die de hele winter onder het afdak doorbrachten. Er werd vluchtig een natte doek overheen gehaald en een tafellaken over de tafel gegooid. En dan was er pizza. Rechtstreeks uit de kartonnen doos. Heerlijk!

Zulke zondagen wens ik nog heel veel voor dit jaar. Voor u en voor mij! 

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 31/03/2017.

Een addertje onder het gras

Er zit een addertje onder het gras in de voetbalwereld. Het is te zeggen: het is eigenlijk niet onder het gras, maar in het gras. In het kunstgras om precies te zijn. En het is geen slang, maar wel giftig. De rubberkorreltjes die in het kunstgras worden gestrooid, blijken immers toxisch. Er deden al langer geruchten de ronde, maar deze krant nam de proef op de som en besloot de zaak uit te spitten. En na onderzoek bleek dat de rubberkorreltjes inderdaad allesbehalve goed zijn voor de gezondheid.
Jammer, want ik had nochtans afgelopen zomer al in een column mijn vreugde geuit over de aanleg van het kunstgrasveld in Houthalen, waar mijn zoon enkele keren per week de grasmat betreedt. De modderhoeveelheden zijn, zoals verwacht, dit seizoen aanzienlijk verminderd. Mijn wasmachine is er dankbaar om. In ruil kregen we wel elke keer voetbalschoenen vol zwarte korreltjes, maar die waren snel omgekiept en de verdwaalde korreltjes verdwenen in een vingerknip in de stofzuiger. Maar nu gebleken is dat die korreltjes giftig zijn, wil niemand natuurlijk nog dat onze kinderen daarop voetballen. De gemeente Houthalen-Helchteren wilde geen enkel risico nemen en besloot op staande voet alle activiteit op het kunstgrasveld te verbieden. Als ouder van een voetballend kind kan ik daar natuurlijk niets op tegen hebben. Maar voor kleine voetbalclubs is de afgelasting van een heel aantal wedstrijden natuurlijk een serieuze aderlating. Ze dreigen het seizoen af te sluiten met een wel erg magere clubkas. Als het tenminste al geen ‘gat in de begroting’ wordt.

Toch vind ik het nog altijd hallucinant dat dergelijke kunstgrasvelden aangelegd kunnen worden, dat voetballers er maanden of zelfs jaren op kunnen spelen, zonder dat de onderdelen van dat veld gecontroleerd werden. In Limburg alleen al liggen er 21 kunstgrasvelden. Dat wil zeggen dat er in heel België, laat staan in Europa en in de wereld nog heel wat meer liggen. Misschien is de opkomst van dit kunstgras een modetrend, maar er wordt toch al jaren op gevoetbald. Twee zomers geleden al volgde mijn zoon een voetbalkamp op een indoor kunstgrasveld in Genk. En als ik me niet vergis, bracht hij ook toen zwarte korreltjes mee naar huis in zijn schoenen. In een tijd waarin alles uitgebreid getest en gecontroleerd wordt, is het toch ondenkbaar dat de toxiciteit van de korrels (of andere delen van het kunstgras) niet getest werd voor de bewuste korrels gebruikt mochten worden. Maar blijkbaar zijn de korrels toch door de mazen van het net geglipt. De voetbalclubs zijn er in ieder geval vet mee. Het kost nog maar eens een smak geld, geld dat voor betere doeleinden gebruikt had kunnen worden. En hoe ze die korreltjes weer uit het gras gaan vissen, dat wil ik stiekem toch ook wel eens zien. Over een onmogelijke opdracht gesproken…

Verschenen in Het Belang van Limburg/ Houthalen-Helchteren op 17 maart 2017.

donderdag 2 maart 2017

Column 76: vervolg van de soap

En ja hoor, het is weer zo ver. Er dient zich weer een nieuw hoofdstuk van de soap aan. De soap van de Noord-Zuidverbinding. Hoewel noord-zuidverbinding taalkundig gezien niet met hoofdletter moet, tenminste niet als het om de verbinding tussen Noord- en Zuid-Limburg gaat. Maar over deze  verbinding is al zoveel geschreven, dat ze al de status van een ‘straatnaam’ gekregen heeft nog voor de straat zelf er effectief is. De soap sleept dan ook al lang genoeg aan.

Ik werd geboren eind jaren ’70 van de vorige eeuw en zolang ik me kan herinneren, wordt er al gesproken over de befaamde weg. Een stuk ervan (het meer noordelijke deel) werd al ettelijke jaren geleden in gebruik genomen. Maar in onze gemeente blijft men struikelen over allerhande onoverkomelijke problemen. Zoals ik in een vorige column al eens aanhaalde, vind ik het verbazingwekkend dat plannen die keer op keer vernietigd worden door de Raad van State, toch telkens weer vrijwel ongewijzigd opnieuw worden ingediend. Om vervolgens om dezelfde redenen weer afgekeurd te worden. Het zal wel ingewikkelder zijn dan ik het nu voorstel, maar toch lijken de grote lijnen van het verhaal mijn eenvoudige verstand te boven te gaan. Nu is er echter een onverwachte ontwikkeling in de soap opgedoken. En iedere getrainde soapkijker weet dat dat onmisbaar is, onverwachte ontwikkelingen in een soap. Want zonder onverwachte ontwikkelingen blijft niemand het verhaal volgen. Een nieuwe ontwikkeling dus. De regering heeft zowaar min of meer mijn raad opgevolgd. Hoewel ik op geen enkele wijze de pretentie heb dat ze dit advies effectief uit mijn column gehaald hebben. Er heeft wellicht één of andere politicus een eureka!-moment gehad en beseft dat het misschien toch wijs is om voor plan B te gaan, als plan A toch keer op keer afgekeurd wordt. De regering maakt nu plannen voor het geval plan A voor de zoveelste keer afgewezen zal worden, hetgeen blijkbaar toch wel binnen de verwachtingen ligt. Een eenvoudige ziel als ik vraagt zich dan af waarom er dan nog belastinggeld gebruikt werd om dat plan A toch alsnog eens in te dienen. Ach ja, maar nu is er dus een plan B op handen. En om de tijd daartussen nuttig te vullen (want de hele procedure zou nog eens ettelijke jaren kunnen duren), is er alvast acht miljoen euro vrijgemaakt voor ‘concrete mobiliteitsmaatregelen op korte termijn’, aldus minister Ben Weyts. Zoals bij een goede soap verwacht wordt, kwam er onmiddellijk reactie op de plannen van alle personages die in de soap meespelen: voor- en tegenstanders van plan A, plan B en alle mogelijke andere plannen. De ene reactie al wat negatiever dan de andere, deze krant opperde in een ondertitel zelfs dramatisch “wanhoop bij voorstanders omleiding Noord-Zuid”. Elke soap kan natuurlijk zijn portie dramatiek gebruiken. Ik vraag me alleen af of aan deze soap ooit een einde komt. 

Verschenen in Het belang  van Limburg / Houthalen-Helchteren op 17 februari 2017.

zondag 19 februari 2017

Column 75: Opgepast voor de flits

Wie dezer dagen passeert op de baan Hasselt - Eindhoven weze gewaarschuwd. De politie was immers zo vriendelijk om aan de krant te laten weten dat de flitspalen op dit traject weer werkzaam zijn. Niet dat ik wist dat de camera's niet meer werkten, maar het zou uiteraard vrij bizar zijn als ze dat nieuws aan de grote klok zouden hangen. De detectielussen waren blijkbaar stuk en zijn nu weer gerepareerd. De politie kon dus het heuglijke nieuws melden dat alle camera's weer doen wat ze moeten doen: flitsen. Tien stuks in totaal. Tien kansen om een gepeperd briefje met de groeten van politie MidLim in je brievenbus te ontvangen. Vorige week nog waren wij de gelukkige (ahum) winnaars van een dergelijk vriendelijk briefje in onze brievenbus. De foto van onze nummerplaat werd nog gemaakt vooraleer de flitspalen weer actief werden, maar niet op de baan Hasselt - Eindhoven. De camera stond dit keer opgesteld op een andere plaats die zeer populair is bij onze vrienden van de politie, namelijk op de Guldensporenlaan, richting Lillo. En we weten natuurlijk allemaal dat we daar netjes 50 km/h moeten rijden, maar op het einde, waar nauwelijks nog huizen staan, is de verleiding groot om dat gaspedaal toch net iets verder in te duwen. En dat had de camera gezien, dus.
Ook op de baan Hasselt - Eindhoven staan de flitspalen strategisch opgesteld. Voor zover ik weet zijn er twee die enkel de snelheid meten. En die staan, jawel, net in een helling naar beneden, waar het dus ook oppassen geblazen is. Op tijd op de rem gaan staan is de boodschap. Gelukkig is dat een plaats waar ik maar zelden voorbijkom. Ook aan alle vier de grote kruispunten van deze baan op onze gemeentegrond staan de vierkante camerabakjes te blinken. Of deze camera's enkel roodlichtrijders registreren of ook de hardrijders op foto vastleggen, is niet helemaal duidelijk, maar ik neem toch maar altijd het zekere voor het onzekere. Hoewel ik toch vaak mijn twijfels heb of er tijdens het spitsuur hardrijders gespot kunnen worden. Als ik voor of na het werk in Helchteren aan de rode lichten toekijk hoe het verkeer zich verplaatst richting Hasselt of richting Hechtel, dan kruipt dat verkeer meestal aan een slakkengangetje vooruit. Ik denk dat de meeste auto's nog door een schildpad ingehaald zouden worden.

Maar goed, we zijn dus gewaarschuwd. Extra aandacht is geboden bij het voorbijrijden van de camera's. Hoewel ik mij eigenlijk meestal toch netjes aan de gevraagde snelheid houd. En word ingehaald door auto's die me voorbijzoeven zodat ik lijk stil te staan. Soms vraag ik me toch af hoeveel gepeperde briefjes zij in hun brievenbus ontvangen. 

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 3 februari 2017.

Column 74: Adieu kerstversiering

We zitten in hartje winter. Daar is geen twijfel over mogelijk. De laatste zaterdag van de kerstvakantie veranderden zowel ons terras als onze straat in iets wat nog het meest deed denken aan een schaatsbaan. Eerst een laagje sneeuw en daarop een laag ijs. Spiegelglad. Ik had de kinderen beloofd om in de namiddag met sneeuwballen te gooien en een sneeuwman te maken, maar daar was geen sprake meer van eens het begon te ijzelen. De regendruppels vroren aan al bijna voor ze de grond raakten en toverden het sneeuwtapijt om in een gladde spiegel. Er was geen sneeuwvlokje meer uit los te peuteren.
Die laatste zaterdag van de vakantie was net de dag na Driekoningen. En meestal laat ik mijn kerstboom (en bijhorende kerstversiering) staan tot Driekoningen, of tot de dag erna. Want er is ergens een ongeschreven wet die zegt dat je de kerstboom pas na het vertrek van Sinterklaas mag zetten en dat hij bij Driekoningen weer afgebroken moet worden.  Aangezien Driekoningen dit jaar nog in de kerstvakantie viel en aangezien ik het wel gezellig vind als de boom er nog staat als er drie mini-koningen aan de deur staan met een draaiende ster en piepstemmetjes die om snoep of geld vragen (euh, zingen), besloot ik de boom nog een dagje te laten staan. Voor de zingende mini-koningen had ik het niet moeten doen, want die kwamen niet, maar dat kan je vooraf nooit weten, natuurlijk. Geen excuus meer om de boom zaterdag niet af te breken, dus. Maar dan kwam er zaterdag sneeuw, en toen was het toch ook wel gezellig om de boom bij dat winterse weer nog even te laten staan... Zondag was het landschap nog steeds winters wit en maandag moest ik weer gaan werken, dus bleef de boom nog steeds staan.
Blijkbaar ben ik trouwens niet de enige die de kerstboom nog na Driekoningen in de living had staan. Want vorige week verscheen er zelfs een artikel in de krant over kerstbomen die nog niet waren afgebroken en vaak nog weken tot zelfs maanden na Kerstmis deel van het interieur uitmaakten. Telkens ik langs de kerk van Lillo reed, werd ik ook weer een beetje gerustgesteld. Ook de gemeente had de kerstbomen nog niet weggehaald.

Maar vorig weekend moest het er dan toch van komen. De doos werd bovengehaald en samen met de kinderen werd bal voor bal uit de boom gehaald en in de doos gelegd. En de doos ging weer de kelder in, tot over een klein jaartje. Tot na het bezoek van Sinterklaas, want aan die stilzwijgende regel houd ik me wel...

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 20 januari 2017.

Column 73: Capodanno Italiano

Ooit was er een tijd dat een kerk een plaats was waar je te allen tijde muisstil moest zijn. Zitten en zwijgen, dat was het motto. En luisteren naar de priester die vooraan zijn verhaal deed. Als die priester inderdaad nog zijn verhaal doet in een kerk, worden we nog altijd verwacht daar redelijk stil naar te luisteren, hoewel er toch al wat meer gemurmel getolereerd wordt dan pakweg vijftig jaar geleden. Maar dezer dagen wordt de kerk vaak voor heel andere doeleinden gebruikt dan voor een misviering en maar goed ook, want anders worden de meeste kerken nog nauwelijks gebruikt.
In Lillo werd de kerk enkele jaren geleden al gebruikt voor een kerstmusical van de kleuterschool en ik ging er ook al eens naar een kersttoneel kijken van de plaatselijke toneelvereniging. Ook de harmonie maakt al enkele jaren gebruik van de locatie om er in de donkere laatste dagen van december een nieuwjaarsconcert te geven. Dit jaar besloot ik om dat concert eens bij te wonen, mede omdat het om een Italiaans nieuwjaarsconcert ging, Capodanno Italiano, en ik kan Italiaanse muziek soms wel eens smaken. De voorlaatste dag van het oude jaar zakten dus heel wat mensen van Lillo en omstreken af naar de kerk. Ik weet niet of er een priester aanwezig was, maar die had zeker jaloers kunnen zijn op de vele aanwezigen. De kerk zat afgeladen vol. Er werden zelfs mensen doorverwezen naar het balkon, waar tijdens 'normale' kerkelijke activiteiten het koor plaatsneemt. En zo kreeg het balkon bijna de allures van een VIP-loge, of een VIL-loge (voor Very Important Lillonaars). Maar daar hoorde ik niet bij. Ik zat gezellig ergens centraal in de kerk. Op behoorlijk officiële wijze werden de muzikanten voorgesteld en naar hun plaats vooraan in de kerk geroepen. De muziek van de harmonie werd een drietal keer onderbroken door een ludiek intermezzo van de kinderen die notenleer volgen bij de harmonie. Ooit, heel lang geleden, ongeveer toen de dinosaurussen nog leefden, heb ik daar ook nog notenleer gevolgd en later saxofoon gespeeld. Gelukkig werd er in die tijd niet verwacht dat je ook kon zingen. Tijdens dit concert werd er niet enkel gezongen door de kinderen, maar ook door Pino Falsone, een crooner die net over de grens met Heusden-Zolder woont, 'op de Lindeman'. Hij zong zowel in het Nederlands als het Engels als het Italiaans, maar hoewel hij al (bijna) zijn hele leven in België woont, kwam naar mijn bescheiden mening zijn stem toch het best tot zijn recht in het Italiaans.  Pino viel echter niet enkel op door zijn stem: hij maakte een entree van jewelste door net voor zijn eerste song de kerk met een vespa binnen te rijden. Zoveel sensatie had ik nog nooit meegemaakt in een kerk...

Het Capodanno Italiano was een heerlijk relaxte afsluiter van het jaar. Intussen zijn we al bijna een week ver in het nieuwe jaar. Hierbij wens ik jullie allemaal een fantastisch, gezond, liefdevol en vredevol 2017! Gelukkig nieuwjaar!

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 6 januari 2017.

woensdag 4 januari 2017

Column 72: Kerstmarkten troef

Weinig mensen houden zich er nog aan, maar hier geldt toch nog altijd de regel dat de Sint en zijn pieten gepasseerd moeten zijn voor de kerstboom gezet wordt. Maar intussen zijn we al bijna kerstavond en ook hier staat de kerstboom dus al enkele weken te blinken. Er hebben, denk ik, ook nog nooit zoveel cadeautjes onder de kerstboom gelegen. Ongeveer elke dag kwam er wel iets bij. Kleine prulletjes uiteraard, want Kerstmis draait bij ons niet om grote en dure cadeaus, wel om gezelligheid en - vooral voor de kinderen - heel veel cadeautjes uitpakken. Eigenlijk vond ik dat het allang goed was met de cadeautjes voor dit jaar, maar dan kwam er een weekend vol kerstmarkten en winkels die geopend waren op zondag, en zo kwamen we toch nog in de verleiding om nog meer kerstcadeaus te kopen.

Wie afgelopen weekend in onze gemeente van de kerstsfeer wou proeven, had keuze te over. In Houthalen-Oost was er zaterdag Kerstmarkt Lindeland, in Helchteren kon je op zondag terecht voor Kerst in 't dorp en in Laak was er zaterdagavond een kersthappening. Ook in Houthalen-Centrum poogden ze dit jaar voor het eerst de centrumstraten om te toveren in iets wat het midden hield tussen een kerstdorp en een kerstmarkt. Verspreid over de Vredelaan en de Dorpsstraat stonden een aantal tentjes, waar de plaatselijke verenigingen met de verkoop van jenever, chocomelk, satés of ander lekkers hun kas probeerden te spijzen. Tussendoor stonden er ook enkele attracties om de kinderen bezig te houden terwijl de ouders zich in de jenever smeten. Jammer genoeg stonden de kraampjes zo ver uit elkaar dat je bijna een fiets nodig had om van het ene naar het andere kraampje te rijden... De kerstsfeer zat er dus jammer genoeg niet echt in. Maar toch was deze kerstmarkt in het centrum weer eens een leuk initiatief en hopelijk zijn er volgend jaar genoeg kraampjes om een heel pleintje te vullen. Dat is toch een beetje gezelliger dan de erg verspreide kraampjes van dit jaar. Ook waren er heel wat winkels geopend: gelegenheid genoeg dus om die laatste cadeautjes voor onder de kerstboom nog aan te schaffen. En zo werd de plek onder de kerstboom helemaal opgevuld met allerlei cadeautjes die we - toegegeven - eigenlijk niet allemaal nodig hebben. Maar het blijft toch zo leuk: cadeautjes geven en genieten van de gezichten als ze uitgepakt worden.

Verschenen in Het Belang van Limburg / Hputhalen-Helchteren op 23/12/2016.