Welkom op mijn blog.

Schrijven kriebelt in mijn bloed. Ik doe het dan ook al bijna even lang als lezen.

Op deze blog vind je info over mijn debuutroman "Schotse wolken", die in juni 2013 uitgegeven werd.

Verder schrijf ik om de twee weken een column voor Het Belang van Houthalen-Helchteren, de regionale bijlage van de krant Het Belang van Limburg.

De columns verschijnen vanaf nu ook op mijn blog.

maandag 21 juli 2014

Column 14: Straatbarbecue

Al meer dan 35 jaar woon ik in dezelfde straat. Niet in hetzelfde huis, maar ver ben ik er toch niet van afgeweken. Op mijn achttiende verhuisde ik tijdens de week naar Leuven, om er van het kotleven te proeven en een diploma te veroveren, maar na die vier jaar keerde ik weer terug en bleef er hangen. Mijn man en ik bouwden er ons eigen huis en zo komt het dat ik mijn heimat eigenlijk nooit verlaten heb.
De straat is me dus meer dan welbekend. Althans, dat dacht ik toch. Toen mijn broer en ik kinderen waren, waren wij zo ongeveer het jongste gezin in de straat. Stilaan verhuisden heel wat straatbewoners naar rusthuizen of klopten aan aan de hemelpoort en zo kwamen er weer jonge gezinnen in de oude huizen die de straat al bewoonden. Ook de nog lege bouwplaatsen werden langzaam maar zeker voorzien van moderne woningen. Maar ik woonde er al mijn hele leven en zag het gebeuren. En ik dacht dus ook dat ik de bewoners van mijn bekende straatje wel kende. Tot vorige week donderdag.
Op enkele zonnige vroegzomeravonden en tijdens enkele duivelse WK-matchen, opperde iemand het idee dat een straatbarbecue wel een leuk idee zou zijn. Laten we zeggen dat mijn man nogal van het organisatorische type is en dus onmiddellijk van de partij was om te helpen dit evenement in elkaar te steken. Enkele buurmannen staken dus de handen uit de mouwen en gingen aan de slag. Er werd gepolst bij alle straatbewoners naar interesse en die bleek er massaal te zijn. Er werd een uitnodiging opgesteld, er werden administratieve verplichtingen vervuld ter hoogte van het NAC, er werden tenten, stoelen, tafels en frigo's gehuurd. Vlees, groenten en drank werden besteld. En na ettelijke informele buurtvergaderingen was het dan zover. De eerste tent verrees in de loop van de woensdagnamiddag en daar al bleek dat er aan het andere eind van de straat nieuwe buren waren die ik zelfs nog niet gezien had, laat staan met hen kennisgemaakt. Donderdag bleek tot mijn verbazing dat er nog wel meer buren waren die ik niet herkend zou hebben als ik ze buiten onze straat was tegengekomen.
Donderdag ergens in de loop van de namiddag sloten de nadarhekken, die daags tevoren door de gemeente werden aangeleverd, de straat af. Nu was de straat van ons. De tenten werden op straat gesjouwd, tafels en stoelen werden geschikt en gedekt. Drank werd koud gezet en de barbecue werd aangestoken. Onze buurman bombardeerde zichzelf tot chef-barbecue van dienst en bakte onder het wakend oog van enkele alerte buurmannen en in het gezelschap van enkele flesjes goudgeel gerstenat.
Er werd kennisgemaakt, gekeuveld, gegeten, gedronken en de kinderen leefden zich uit op het springkasteel en in aangrenzende tuinen.
Zelfs het onweer dat omstreeks half één een einde wilde maken aan het feestgedruis, kon de pret niet bederven en de die-hards (ik zal eerlijk bekennen dat ik die eer aan mijn man heb gelaten en niet aan mezelf) gingen door tot in de late (of eerder vroege) uurtjes.

En tussen pot en pint werd met alle gezelligheid al een datum voor een volgende zomerse straatbarbecue vastgelegd. 

Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 18/07/2014.

zondag 6 juli 2014

Column 13: Koudwatervrees


Einde schooljaar, begin vakantie dus! En niet alleen de scholen sloten de deuren, ook de meeste sportactiviteiten worden stopgezet tot begin september. Ook die van mij.

Twee jaar geleden besloot ik dat het geen overbodige luxe zou zijn om iets aan mijn conditie te doen. Het leek me aangewezen om een activiteit in groep te zoeken, om de verplichting naar mezelf toe een beetje strenger te maken. Toevallig kreeg ik net op dat moment een briefje in de bus van Femma met de mededeling dat ze nog op zoek waren naar een aantal extra vrouwen voor een sessie aquagym. Elke week een uurtje de spieren strekken in het zwembad van Bosberg, samen met een groepje andere vrouwen die geen ambitie hebben om een olympische medaille te winnen.

Wat me een beetje deed twijfelen, was de locatie van het gebeuren. Aan het zwembad van Bosberg had ik immers geen goede herinneringen, meer nog, als negenjarige had ik gezworen nooit nog een voet in het water van het desbetreffend zwembad onder te dompelen. Het zwembad van Bosberg was immers onze bestemming voor de maandelijkse zwemlessen van school. Ik beheerste destijds nog geen enkele zwemtechniek en dobberde dus de gehele les doelloos aan de rand van het zwembad, stevig vastgeklampt uit vrees verzwolgen te worden door het ijzige water. Want ijzig, dat was het. De meesten onder ons verlieten na een uur het zwembad dan ook met lippen die een vreemdblauwe kleur hadden gekregen.

En nu zou ik me dus vrijwillig wekelijks in datzelfde zwembad begeven. Degelijk onderzoek was vereist voor ik me hiertoe liet verleiden. Maar toen talloze dames me ervan verzekerden dat het zwembad sinds mijn kindertijd grondig gerenoveerd was en heerlijk warm water bevatte, besloot ik mijn koudwatervrees opzij te zetten en het erop te wagen. En inderdaad, anderhalf jaar lang begaven wij, fitte dames in spé, ons in het heerlijk warme water.

Tot op een dag het noodlot toesloeg. De verwarming van het zwembad was stuk. Of de temperatuur nu 26,5°C of 27°C bedroeg, durf ik niet meer met zekerheid zeggen. In ieder geval voelde het aan alsof ik mijn voet in niets anders dan kraantjeswater ten onder liet gaan. Uiteraard beschikt onze groep over een aantal ijsberen die zich door een beetje kou niet lieten afschrikken en zij probeerden ons ervan te overtuigen toch de sprong te wagen. Een aantal dames lieten zich niet kennen en daalden bibberend en bevend het water in. Maar ik kreeg een déjà-vu van ijskoude zwemlessen en blauwe lippen en toog dus met een aantal gelijkgestemden richting douches, die gelukkig wel warm waren. De weken erna schommelde de temperatuur van 30°C naar een tropische 32°C en een frisse 28°C, maar tegen geen van deze temperaturen prostesteerde mijn lichaam. Tot we vorige week onze laatste les hadden. En helaas, het beeld van de blauwe lippen sprong me weer voor ogen toen mijn dikke teen het ijskoude water ontmoette. Onze groep was weer verdeeld in dezelfde ijsberen, durvers en afhakers van de vorige keer en ik stond dus alweer snel onder de warme douche. Jammer dat we zo de aquagymvakantie moesten inzetten. Maar hopelijk heeft de zwembadverwarmingshersteller geen twee maanden vakantie en kunnen we in september weer in een heerlijk verwarmd zwembad.
 
Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 04/07/2014.