Het nieuwe schooljaar is weer gestart. Die heerlijk lange
zomervakantie, die eind juni nog eindeloos leek, is afgelopen. Begin deze week
konden heel wat kleuters en kinderen uit onze gemeente al eens gaan kennismaken
met hun nieuwe juf of meester en hun nieuwe klas gaan bezichtigen. Vandaag
hebben ze dan echt hun intrek genomen in dat nieuwe lokaal en was het een blij
weerzien met de vriendjes, die ze deze vakantie gemist hebben.
Maar tijdens de vakantie was er tijd voor andere dingen dan
rekenen, lezen en andere hersenkrakende
bezigheden. Op vakantie in Nederland zag mijn zoon hoe twee jongens vis
na vis bovenhaalden in een jachthaventje en hij besloot dat hij dat ook wel
eens wou proberen deze zomer. Aangezien papa evenveel weet van de hengelsport
als van de plaatselijke politiek in Chakamaka, moest hij dus op zoek naar een
andere vismentor. Die was snel gevonden, aangezien opa vroeger regelmatig wel
eens een visvijver bezocht. Het visgerief was al een twintigtal jaren niet meer
gebruikt, maar stond geduldig in de kelder te wachten tot het nog eens benut
zou worden. De voorlaatste donderdag van de vakantie was het dan zo ver. In de
namiddag maakte opa het visgerief weer operationeel, werden er wormen verzameld
en rubberlaarzen ingeladen. Omdat je aan heel veel visvijvers een visvergunning
nodig hebt en omdat niet meteen duidelijk was of die wel rendabel zou zijn
(misschien was na één keertje vissen de zin alweer helemaal over), gingen oma
en opa op zoek naar een vijver waar ze vrij konden vissen. Die vonden ze aan de
Abdijvijver van Kelchterhoef. Heel veel plaats was er niet, maar het was er
rustig, er zaten vissen in en de vissen beten. Meer was er niet nodig voor een
initiatieles hengelsport. Opa en kleinzoon trokken dus op die bewuste donderdagavond
naar de Abdijvijver, installeerden zich aan de waterrand en gooiden de hengel
uit. Dat bleek voor de kleinzoon heel wat moeilijker dan gedacht. Visdraad
bleek erg dun en knopen erin waren quasi onontwarbaar. Maar de wormpjes raakten
in het water en de vissen beten. Hun visavondje leverde zeven visjes op (opa
zes, kleinzoon eentje, waar hij erg trots op was). Het waren geen uit de
kluiten gewassen karpers die aan de hengel hingen, maar bescheiden visjes van
nauwelijks een hand groot. Onze zoon vertelde zijn verhaal echter als een echte
visser toen hij aan papa verslag deed over zijn visavontuur: hij had vissen van
wel dertig centimeter gevangen! Na twee uurtjes vissen raakte de visdraad echt
niet meer uit de knoop na enkele niet zo schitterende werpbeurten en werd het
visuitstapje voor bekeken gehouden. En de gevangen visjes werden teruggegooid,
die konden weer vrij gaan zwemmen tot de volgende vishaak voorbij zou komen.
Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 1 september 2017.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten