Komkommertijd is volgens Wikipedia de periode in de zomer
waarin er weinig nieuws te melden is, omdat de meeste politici dan met vakantie
zijn. Weinig tijd voor politieke discussies dus en dus ook weinig
veranderingen. Hoewel het dan in deze periode wellicht wel ongeveer
komkommertijd is – als politici tenminste vakantie nemen wanneer ook kinderen en
o.a. bouwvakkers vakantie nemen – werd na heel wat gepalaver vorige week toch
de begroting goedgekeurd. De politieke komkommertijd moet dus blijkbaar nog
beginnen. Maar goed, de politiek daargelaten, ook in mijn leven is het
momenteel zo’n beetje komkommertijd. Met de vakantie is er weinig te melden en
daar ben ik niet rouwig om. Heerlijk, zo onbekommerd je tijd doorbrengen. Leven
van dag tot dag i.p.v. constant plannen. Geen voetbal of dansles waar de
kinderen naartoe moeten, maar gewoon, als de zon schijnt, beslissen om naar de
Sonnishoeve te fietsen om daar een ijsje te gaan likken, gewoon buiten op het
terras een boek lezen (of vloeken omdat mijn was in de regen hangt na een
namiddagje shoppen). Ook letterlijk is het momenteel komkommertijd. Mijn groene
vingers beperken zich tot een aantal kruidenpotjes op het terras (kruiden die
intussen ook al de geest gegeven hebben), maar uit de tuin van mijn
schoonouders komen in de zomer altijd zonovergoten tomaten en komkommers in
overvloed. Alleen al de smaak van zelfgekweekte tomaten doet me aan de zomer
denken. Maar ik moet zeggen dat de planten mij soms toch nog verrassen. Sommige
planten trekken zich niets aan van mijn gebrekkige groene vingers en zorgen
zelf dat ze krijgen wat ze moeten hebben. En nee, dan heb ik het niet over
onkruid. Op onze composthoop begon dit voorjaar een plantje te schieten. Volledig
begaafd met kennis over plantenkunde, dachten mijn man en ik dat het onkruid
was dat onze composthoop kwam sieren. Maar de plant werd groter en groter en
kreeg bladeren die deden vermoeden dat dit meer dan onkruid was. Toen de plant
ongeveer een vierkante meter in beslag nam (de hele zijkant van onze compostbak
dus) en gele bloemen begon te krijgen, kreeg ik een donkergroen vermoeden dat
het misschien wel om een pompoenplant ging. En jawel hoor, intussen hangen er
pompoenachtige vruchten aan die toch al de grootte hebben van een stevige
pompelmoes. Het zijn sierpompoenen, die wellicht voortkomen uit de restanten
van de sierpompoenen die hier afgelopen herfst aan de voordeur lagen te
blinken. Zo zie je maar: als ik de plantjes zaai of plant, water geef en al wat
er nog nodig is om een plant te laten groeien, dan gaan ze dood. Maar deze
plant zocht zelf wat ze nodig had: een hele berg compost. En in de herfst kan
ik een heleboel pompoenen rond mijn huis tentoonstellen.
Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 4 augustus 2017.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten