Toen ik een kind was, zo'n dertig jaar geleden intussen,
gingen we al eens op vakantie in Luxemburg. Zoals dat gaat met herinneringen
uit je kindertijd, zijn het soms de gekste dingen die in je geheugen zijn
blijven hangen. Zo is Luxemburg voor mij onlosmakelijk verbonden met slakken.
Thuis zag je ze nooit, maar in Luxemburg, na een fikse onweersbui, moest je
uitkijken waar je je voeten zette. Overal op de paadjes kropen dikke, bruine
naaktslakken. Tergend traag bewogen ze zich voort, ze lieten een slijmerig
spoor achter zich, met hun voelsprieten die voorzichtig alle kanten op seinden.
Maar het waren niet de naaktslakken die ik interessant vond, wel die mooie
beestjes met een huisje op hun rug. Die waren minder te vinden in Luxemburg,
dus het was een hele sport om ze op te sporen.
Mijn kinderen hebben dezer dagen geen enkele moeite om
slakken te spotten. En ze hoeven er ook niet meer voor naar Luxemburg. De
laatste jaren zitten hier talloze slakken. De vieze, bruine naaktslakken die in
Luxemburg opdoken na een regen- of onweersbui, maar ook de mooiere exemplaren
met een huisje op hun rug. Als ik de kinderen naar school breng of haal, moeten
we zorgvuldig kijken waar we onze voeten neerplanten, om geen bruine brij te
maken van zo'n naaktslak. Het voetpad ligt ermee bezaaid (zowel met de slakken
als met de brij...). Vanmorgen nog kroop er eentje met een huisje (een
mamaslak, volgens mijn dochtertje) voor ons uit in het natte gras in onze
achtertuin. Soms vraag ik me af hoe het komt dat hier dertig jaar geleden geen
slak te bespeuren was en het er nu van vergeven is. Dan denk ik wel eens dat we
er misschien vroeger eentje meegesmokkeld hebben van Luxemburg en dat die zich
hier veelvuldig voortgeplant heeft. Onzin, natuurlijk.
Vroeger, toen ik als nieuwsgierig kind verlangend op zoek
ging om er één te vinden, maar enkel succes had in tuincentra waar ze
waterplanten verkopen. En nu, nu onze eigen tuin en de hele omgeving bezaaid is
met de slijmerige beestjes en we ze liever niet meer zien, omdat ze bijzonder
gek zijn op de plantjes in de tuin. En blijkbaar zitten er niet enkel in Lillo
veel slakken, want gisteren hoorde ik een radiostem vertellen dat ze haar
klimop geknipt had en daarbij wellicht een vijftigtal slakken naar de eeuwige
jachtvelden had gestuurd. Ze haalde er een deskundige bij die mocht uitleggen
wat we kunnen doen om onze tuin slakkenvrij te maken. De conclusie was dat we
best zorgen voor natuurlijke vijanden in onze tuinen. En er blijken er heel wat
te zijn: vogels, egels, zelfs kikkers en padden. Zouden deze beestjes hier dan
minder voorkomen dan pakweg dertig jaar geleden? Wie zal het zeggen? Maar als
ik me niet vergis, zorgt de natuur zelf voor een gezonde afwisseling in
beestjes en hun vijanden. Wellicht zullen mijn kinderen later weer met hun kinderen
naar Luxemburg moeten gaan als ze slakken willen spotten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten