Welkom op mijn blog.

Schrijven kriebelt in mijn bloed. Ik doe het dan ook al bijna even lang als lezen.

Op deze blog vind je info over mijn debuutroman "Schotse wolken", die in juni 2013 uitgegeven werd.

Verder schrijf ik om de twee weken een column voor Het Belang van Houthalen-Helchteren, de regionale bijlage van de krant Het Belang van Limburg.

De columns verschijnen vanaf nu ook op mijn blog.

vrijdag 11 november 2016

Column 61: Slakkeninvasie

Toen ik een kind was, zo'n dertig jaar geleden intussen, gingen we al eens op vakantie in Luxemburg. Zoals dat gaat met herinneringen uit je kindertijd, zijn het soms de gekste dingen die in je geheugen zijn blijven hangen. Zo is Luxemburg voor mij onlosmakelijk verbonden met slakken. Thuis zag je ze nooit, maar in Luxemburg, na een fikse onweersbui, moest je uitkijken waar je je voeten zette. Overal op de paadjes kropen dikke, bruine naaktslakken. Tergend traag bewogen ze zich voort, ze lieten een slijmerig spoor achter zich, met hun voelsprieten die voorzichtig alle kanten op seinden. Maar het waren niet de naaktslakken die ik interessant vond, wel die mooie beestjes met een huisje op hun rug. Die waren minder te vinden in Luxemburg, dus het was een hele sport om ze op te sporen.
Mijn kinderen hebben dezer dagen geen enkele moeite om slakken te spotten. En ze hoeven er ook niet meer voor naar Luxemburg. De laatste jaren zitten hier talloze slakken. De vieze, bruine naaktslakken die in Luxemburg opdoken na een regen- of onweersbui, maar ook de mooiere exemplaren met een huisje op hun rug. Als ik de kinderen naar school breng of haal, moeten we zorgvuldig kijken waar we onze voeten neerplanten, om geen bruine brij te maken van zo'n naaktslak. Het voetpad ligt ermee bezaaid (zowel met de slakken als met de brij...). Vanmorgen nog kroop er eentje met een huisje (een mamaslak, volgens mijn dochtertje) voor ons uit in het natte gras in onze achtertuin. Soms vraag ik me af hoe het komt dat hier dertig jaar geleden geen slak te bespeuren was en het er nu van vergeven is. Dan denk ik wel eens dat we er misschien vroeger eentje meegesmokkeld hebben van Luxemburg en dat die zich hier veelvuldig voortgeplant heeft. Onzin, natuurlijk.

Vroeger, toen ik als nieuwsgierig kind verlangend op zoek ging om er één te vinden, maar enkel succes had in tuincentra waar ze waterplanten verkopen. En nu, nu onze eigen tuin en de hele omgeving bezaaid is met de slijmerige beestjes en we ze liever niet meer zien, omdat ze bijzonder gek zijn op de plantjes in de tuin. En blijkbaar zitten er niet enkel in Lillo veel slakken, want gisteren hoorde ik een radiostem vertellen dat ze haar klimop geknipt had en daarbij wellicht een vijftigtal slakken naar de eeuwige jachtvelden had gestuurd. Ze haalde er een deskundige bij die mocht uitleggen wat we kunnen doen om onze tuin slakkenvrij te maken. De conclusie was dat we best zorgen voor natuurlijke vijanden in onze tuinen. En er blijken er heel wat te zijn: vogels, egels, zelfs kikkers en padden. Zouden deze beestjes hier dan minder voorkomen dan pakweg dertig jaar geleden? Wie zal het zeggen? Maar als ik me niet vergis, zorgt de natuur zelf voor een gezonde afwisseling in beestjes en hun vijanden. Wellicht zullen mijn kinderen later weer met hun kinderen naar Luxemburg moeten gaan als ze slakken willen spotten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten