Vroeger, toen ik nog een kind was, kon je in het Wild- en
wandelpark van Molenheide gaan wandelen en een tussenstop maken aan de
boskantine. Voor of na het nuttigen van een (warm) drankje kon je dan de
everzwijnen trakteren op wat oud brood. Er circuleerden dan vaak wilde verhalen
over wat er zou gebeuren als zo'n 'wild varken' zou kunnen ontsnappen. Want
zo'n grote beer zou met zijn slagtanden in één keer je been of je arm eraf kunnen
hakken en de zeugen zouden ook allerminst vriendelijk zijn, vooral als ze
biggen hebben. Maar iedereen wist dat de kans dat je zo'n beest in onze
Limburgse bossen in levenden lijve zou tegenkomen, nagenoeg nihil was.
Een kleine dertig jaar later is de toestand echter helemaal
anders. Van de 'wilde varkens' die in het Wild- en wandelpark achter de draad
zitten, is niemand nog bang. Want dat zijn de tamme exemplaren. De wilde, die
vind je nu in de everzwijnenjungle die onze Limburgse bossen geworden zijn.
Overal vind je plekken met omgewroete aarde, waar de varkens hun neus in de
aarde gedrukt hebben op zoek naar iets lekkers. Twee jaar geleden al zag ik op
een avondlijke autorit 3 exemplaren voor de auto door de weg oversteken en
mensen die dicht aan het bos wonen, krijgen in hun tuin al jaren nachtelijke
bezoekjes van de bruine beesten.
Twee weken geleden reed ik, op weg naar het werk, over de
brug richting Helchteren, toen ik een politiewagen met flikkerlichten op het
fietspad zag staan. Eerst dacht ik nog dat er een fietser was omgereden, maar
dan zag ik iets levenloos in de vangrails liggen. Voor een hond was het te
groot, dus dacht ik aan een hert, maar al snel bleek het gedrocht een dood
everzwijn te zijn. Een everzwijn dat wellicht tijdens zijn nachtelijke uitje
werd aangereden.
Intussen zijn de zwijnen echter al zo brutaal dat ze niet
alleen meer 's nachts en in de buurt van bossen ronddwalen. Eind november
werden er twee gesignaleerd in de buurt van het NAC. In de krant prijkte een
foto van een everzwijn dat met de neus in de lucht poseerde voor één van de
huisjes tegenover het NAC. Uiteindelijk werden de brutale rekels doodgeschoten
door boswachters. En dat zorgde op zijn beurt voor heel wat ophef, want het
Natuurhulpcentrum was al opgetrommeld om de arme beestjes levend te komen
vangen. En hoewel ik niets heb tegen everzwijnen, als je ze op klaarlichte dag
tussen de huizen tegenkomt, dan vind ik dat toch iets van het goede teveel.
Verschenen in Het Belang van Limburg / Houthalen-Helchteren op 11/12/2015.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten