Welkom op mijn blog.

Schrijven kriebelt in mijn bloed. Ik doe het dan ook al bijna even lang als lezen.

Op deze blog vind je info over mijn debuutroman "Schotse wolken", die in juni 2013 uitgegeven werd.

Verder schrijf ik om de twee weken een column voor Het Belang van Houthalen-Helchteren, de regionale bijlage van de krant Het Belang van Limburg.

De columns verschijnen vanaf nu ook op mijn blog.

woensdag 23 mei 2018

Ich haa't nog zoe gezeet


Klapde gè nog plat? Ich égelijk nie. En hiermee ga ik maar snel terug overschakelen naar een iets algemener Nederlands, want echt dialect spreken kan ik jammer genoeg niet. Ik ben nochtans geboren en getogen in Houthalen, dus eigenlijk zou ik het wel moeten kunnen. Verstaan is geen enkel probleem, maar spreken, dat is een ander paar mouwen. En het dialect overdragen op mijn kinderen, is dus helemaal geen optie. Dat vind ik ergens wel jammer, maar ik vrees dat het bij veel generatiegenoten van mij ongeveer hetzelfde is.
Echt uitgestorven is het dialect echter nog niet, hoewel je merkt dat het meer leeft bij de oudere generaties dan bij de jongere. Zelfs op het toneel. In Lillo speelt het Lilloos Amateur Gezelschap (kortweg LAG) elk jaar een klucht in het dialect. Heerlijk vind ik dat: gezellig, ontspannend en vooral heel veel lachen. Afgelopen weekend was het weer zo ver: “Ich haa’t nog zoe gezeet” stond op de affiche. We namen ook onze kinderen mee. Daardoor werd extra goed duidelijk hoe het dialect verglijdt over de generaties: de oudere generaties bespreken tijdens de pauzes het stuk zelf in het dialect, mijn generatie heeft geen enkele moeite om het stuk te verstaan, maar het zelf spreken, ligt al wat moeilijker. Je hoort ook bij de jongere generatie acteurs dat het dialect toch net iets anders klinkt dan dat van hun oudere collega’s. Of ze krijgen een rol waarin ze Standaardnederlands of tussentaal gebruiken.
Maar onze kinderen, die hebben bijna een woordenboek nodig om het stuk goed te kunnen volgen. Om de haverklap vragen ze wat dit of dat woord betekent. En hoewel ik het als leerkracht Nederlands apprecieer als mijn kinderen netjes de standaardtaal hanteren, vind ik het toch ook wel jammer dat dat gezellige dialect verloren dreigt te gaan. Maar taalevolutie hou je niet zomaar tegen. En ik vrees dat één keer per jaar een toneelstuk in het dialect bekijken hun dialectkennis niet drastisch gaat veranderen. Kwaad kan het echter ook niet. Zo weten ze ten minste dat er zoiets als dialect bestaat. Daarbij kunnen we weer een avond of namiddag heerlijk lachen met alles wat er misloopt op de scène. Want een klucht met ontelbaar veel misverstanden wordt stilaan het handelsmerk van het LAG. En dat je dan hier en daar een woordje niet verstaat, doet geen afbreuk aan het plezier.

Verschenen in Het Belang van Houthalen-Helchteren op 30 maart 2018.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten